Soms denk je als verzekeringsarts hulp uit onverdachte hoek te krijgen. Zoals bij de vrouw van middelbare leeftijd die samen met haar moeder op het spreekuur verschijnt. Zij heeft al jaren een paniekstoornis met vermijdingsgedrag en daarbij nu eigenlijk een heel behoorlijk niveau van persoonlijk en sociaal functioneren. Zij heeft geen therapie meer en er is nauwelijks lijdensdruk merkbaar. Er kan dan ook geen sprake van zijn dat de volledige WAO-uitkering, die nooit gestopt is omdat in het verleden de theoretische schatting in de kast bij de arbeidsdeskundige is blijven liggen, nog verder zou doorlopen. Als dokter kan ik het niet laten om naast het stoppen van de antirevaliderende uitkering ook het herstelgedrag te bespreken.