In reactie op ons artikel
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten bij jongeren: wat wordt de focus van behandeling? (Visser et al.
2019) dat vorig jaar in dit tijdschrift gepubliceerd is, schrijft Vincent Van den Eynde een verhandeling over de definitie van SOLK, waarin hij het belang van eensluidende definities benadrukt voor zowel research als behandeling (Van den Eynde
2020). Deze opvatting onderschrijven wij helemaal. Hoewel hij het niet met zoveel woorden zegt, wekt Van den Eynde de indruk dat wij in ons onderzoek een ‘onvoldoende afgelijnde definitie hebben gehanteerd’. Volgens de auteur hebben wij SOLK vastgesteld ‘wanneer “een arts geen medische verklaring [kon] geven voor de aanhoudende lichamelijke klachten of de klachten medisch onvoldoende [kon] verklaren” (pag. 316)’. Dit is echter onjuist. Onze definitie van SOLK is in de inleiding van het artikel gegeven. Voor het includeren van patiënten in ons onderzoek hebben wij de gebruikelijke DSM-5-criteria voor een somatisch-symptoomstoornis gehanteerd. In deze criteria zijn de door Van den Eynde gewenste lijdensdruk en beperkingen in het dagelijks functioneren opgenomen. Interessant is wel dat in de DSM-5-criteria de afwezigheid van een somatische (medische) verklaring voor de klachten niet als criterium wordt genoemd. Terecht wordt bij de beschrijving van de somatisch-symptoomstoornis in de DSM opgemerkt dat het diagnosticeren van een psychische stoornis op grond van de afwezigheid van een verklaring voor lichamelijke klachten onjuist is (APA
2013, pag. 309). In de DSM‑5 wordt de somatisch-symptoomstoornis dan ook gediagnosticeerd op basis van aanwezige (positieve) symptomen, zoals lichamelijke klachten waar de betrokkene onder lijdt én excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen die met de lichamelijke klachten samenhangen plus de al eerder genoemde lijdensdruk en beperkingen in het dagelijks functioneren (APA
2014, pag. 267–268). …