Bieleman et al. (2011) hebben onderzoek gedaan naar de aard en omvang van deelname aan kansspelen en kansspelverslaving in Nederland, maar zijn in hun rapportage niet expliciet ingegaan op probleemspelers. In dit artikel worden de resultaten van aanvullende analyses over probleemspelers gepresenteerd, waarbij de kenmerken van de probleemspelers tevens worden afgezet tegen de kenmerken van de recreatieve en risicospelers. Uit de aanvullende analyses blijkt dat de probleemspelers voornamelijk mannen zijn van ongeveer 40 jaar; de helft behoort tot de leeftijdscategorie 30–55 jaar. Zij geven het meeste geld uit aan het spelen op kansspelautomaten in amusementscentra. De belangrijkste redenen om te gokken zijn snel geld willen verdienen en speeldrang. De probleemspelers verschillen in hun (speel)gedrag en kenmerken duidelijk van risicospelers en recreatieve spelers. Zo zijn probleemspelers in het algemeen jonger, op jongere leeftijd begonnen met het spelen van kansspelen, vaker alleenstaand en hebben ze vaker schulden. Ongeveer twee derde van de probleemspelers vindt zelf dat ze verslaafd zijn aan gokken. Daarnaast geeft bijna twee vijfde aan wel eens gokproblemen te hebben, maar het niet nodig te vinden hiervoor hulp te zoeken.