Er is in Vlaanderen weinig cijfermateriaal dat kan staven in welke mate tabak, alcohol en illegale drugs gebruikt worden door ‘kwetsbare’ groepen jongeren (zoals jongeren geplaatst in de bijzondere jeugdzorg ofwel BJZ). In dit artikel belichten we een prevalentiestudie uitgevoerd bij jongeren die verblijven in een residentiële setting van de BJZ (N = 272). We gaan na of deze jongeren de genoemde middelen meer gebruiken dan schoolgaande jongeren (N = 297). We concluderen dat jongeren uit de BJZ meer ervaring hebben met het gebruik van middelen en deze middelen ook frequenter gebruiken dan jongeren uit de algemene populatie. De BZJ-groep gebruikte drie tot vijf vaker drugs dan andere jongeren, in het jaar voorafgaand aan de meting. Ook legale middelen worden frequenter gebruikt in de BJZ: iets meer dan één op tien van de jongeren drinkt alcohol op een problematische wijze en meer dan de helft van de jongeren (55,2 %) rookt meermalen per week of zelfs dagelijks. In de BJZ, in tegenstelling tot de scholieren, gebruiken meisjes evenveel en even vaak middelen als jongens. We kunnen besluiten dat de BJZ behoefte heeft aan effectieve preventie- en interventieprogramma’s, om de jongeren onder haar hoede te weerhouden van het gebruik van tabak, alcohol en drugs.