Praten? Pillen? Of praten en pillen? Als we naar het onderzoek naar therapie-effecten kijken, lijkt dit vaak de belangrijkste vraag. Moeten depressies, angsten, dwangproblemen en ADHD met pillen, met cognitieve gedragstherapie of met een combinatie van die twee behandeld worden? Misschien wordt die vraag wel niet alleen gesteld omdat het niet duidelijk is welke therapievorm het beste is, maar ook omdat er naast de belangen van de kinderen voor wie de therapie is, er ook belangen van anderen mee zijn gemoeid. Is er een gouden toekomst voor medicatie die, ten slotte, al het moeizame gepraat overbodig zal maken en daarmee alle mensen die die behandelingen uitvoeren, terwijl de farmaceutische industrie er wel bij vaart? Of gaan de praattherapieën winnen en verdringen deze de medicatie naar een marginale positie?