Diabetes type 2 wordt gekenmerkt door verhoogde bloedglucosewaarden, en ontwikkelt zich doorgaans geleidelijk. Deze aandoening wordt veelal voorafgegaan door kenmerken die samenhangen met insulineresistentie: een gestoorde glucosetolerantie met vaak ook andere kenmerken van het ‘metabool syndroom’ (centraal overgewicht, hypertensie en/of dyslipidemie: een laag HDL-cholesterol- met een hoog triglyceridengehalte in het serum). Andere fenomenen van insulineresistentie die vroeg kunnen optreden, zijn een gestoorde fibrinolyse en endotheelcelfunctie, hyperurikemie (jicht), het polycysteus ovarium syndroom en steatosis hepatis. Een deel van deze fenomenen zorgt voor een vroegtijdige versnelling van de arteriosclerose, wat de kans op hart- en vaatziekten al verhoogt voordat de diabetes manifest wordt.