Het welzijn van kinderen die een intensive care-periode overleven wordt vooral bepaald door morbiditeit op somatisch en psychosociaal gebied. Het schaarse onderzoek dat beschikbaar is, laat zien dat de langetermijngevolgen op zowel somatisch als psychosociaal gebied aanzienlijk kunnen zijn. De langetermijngevolgen op psychosociaal gebied zijn voor de ervaren kwaliteit van leven belangrijker dan de morbiditeit op somatisch gebied. De beschreven gevolgen op psychosociaal gebied zijn cognitieve problemen en symptomen die typisch zijn voor een posttraumatische stressstoornis of depressie. Langetermijngevolgen zijn dan ook in te delen in verschillende domeinen, zoals fysieke en psychische gevolgen, functionele status en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Onderzoek naar deze domeinen dient op goed gedefinieerde meetmomenten en met behulp van gevalideerde vragenlijsten en onderzoeksmethoden te gebeuren. Gestructureerd onderzoek bij prematuren, kinderen na cardiochirurgische ingrepen en volwassenen laat het belang zien van follow-up-onderzoek voor de behandeling tijdens en de nazorg na de ic-behandeling. In een aantal centra in Nederland wordt follow-up-onderzoek gedaan bij kinderen na een ic-periode. De beschikbare resultaten bevestigen het belang van gestructureerd follow-up-onderzoek.