Bij de behandeling van kinderen met een angststoornis dienen de ouders intensief betrokken te worden. Dat lijkt onmogelijk, wanneer die ouders zodanig in eigen problemen verwikkeld zijn dat zij zich op weinig anders kunnen richten. In dit artikel wordt beschreven hoe de ouders van een elf jarig meisje met een angststoornis toch een constructieve bijdrage aan de behandeling hebben kunnen leveren, ondanks het feit dat zij het voortdurend oneens waren en continu heftig ruzie maakten. Bovendien bleek de vader van het meisje eveneens een angststoornis te hebben. Beschreven wordt, hoe ook daarmee in de behandeling werd omgegaan.