Skip to main content
Mijn bibliotheek
Ga naar:
Nieuws Boeken Tijdschriften Toetsvragen Web-tv Video Audio
Tips voor Mijn BSL
BSL Shop
Inloggen

Welkom bij Erasmus MC & Bohn Stafleu van Loghum

Erasmus MC heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen. Je kunt je links eenvoudig registreren. Met deze gegevens kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

» Andere revante producten voor Erasmus MC studenten en medewerkers.

Registreer

Om ook buiten de locaties van Erasmus MC, thuis bijvoorbeeld, van Mijn BSL gebruik te kunnen maken, moet je jezelf eenmalig registreren. Dit kan alleen vanaf een computer op een van de locaties van Erasmus MC.

Eenmaal geregistreerd kun je thuis of waar ook ter wereld onbeperkt toegang krijgen tot Mijn BSL.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Inloggen
Top
Neuropraxis
Gepubliceerd in:

01-10-2013 | Artikelen

Ontwikkelingsrisico’s van ‘matig te vroeg’ geboren kinderen

Auteurs: Mw. dr. Jorien Kerstjens, prof. dr. Symen Reijneveld, mw. dr. Andrea De Winter, prof. dr. Arend Bos

Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 5/2013

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
    Link delen
publish
Publiceer nu

Samenvatting

In Nederland wordt zeven tot acht procent van alle kinderen te vroeg geboren, en 75 tot 85 procent hiervan betreft matig te vroeg geboren kinderen (32-36 weken zwangerschapsduur, matig-vroeggeborenen). Lang is gedacht dat matig-vroeggeborenen geen blijvende gevolgen van hun vroeggeboorte zouden ondervinden, in tegenstelling tot veel te vroeg geboren kinderen (ernstig-vroeggeborenen < 32 weken zwangerschapsduur). Daarom heeft ontwikkelingsonderzoek zich internationaal vooral gericht op de groep ernstig-vroeggeborenen.
De resultaten van het Pinkeltje-onderzoek, een grote Nederlandse prospectieve cohortstudie, laten zien dat 8,3 procent van de matig-vroeggeborenen volgens de Ages and Stages Questionnaire (ASQ) ontwikkelingsproblemen had bij aanvang van school. Voor op-tijd-geboren kinderen was dit 4,3 procent en voor ernstig-vroeggeborenen 14,9%. Ontwikkelingsproblemen betroffen de domeinen fijne motoriek, communicatie en persoonlijk-sociaal functioneren. De relatie tussen afnemende totale zwangerschapsduur (per week tussen 25-36 weken) en kans op ontwikkelingsproblemen op vierjarige leeftijd was exponentieel voor alle onderzochte ontwikkelingsdomeinen, en veranderde niet na correctie voor confounders.
Wat betreft antenatale factoren hingen obesitas van de moeder, intra-uteriene groeiachterstand, mannelijk geslacht en het zijn van meerling samen met ontwikkelingsproblemen voor matig-vroeggeborenen. Wat betreft postnatale factoren was dit alleen hypoglykemie. Daarnaast hadden de matig-vroeggeborenen op zevenjarige leeftijd jaar lagere scores op testen voor performale intelligentie (visuospatieel redeneren) aandacht en executieve functies dan op-tijd-geboren kinderen.
Concluderend verhoogt ook matig (4-8 weken) te vroeg geboren worden het risico op ontwikkelingsproblemen. In absolute aantallen zijn er in Nederland waarschijnlijk minstens twee keer zoveel matig-vroeggeborenen als ernstig-vroeggeborenen die ontwikkelingsproblemen hebben op de leeftijd van vier jaar. De groep van matig-vroeggeborenen verdient meer aandacht dan dat ze tot nu toe heeft gekregen.
vorige artikel Behandelingen voor genetische neurocognitieve aandoeningen
volgende artikel Signalement
Literatuur
Baron, I., Litman, F., Ahronovich, M. & Baker, R. (2012). Late preterm birth: A review of medical and neuropsychological childhood outcomes. Neuropsychology Review, 22, 438–50.PubMedCrossRef
Cnattingius, S., Villamor, E., Johansson, S., Edstedt Bonamy, A.K., Persson, M., Wikström, A.K. & Granath, F. (2013) Maternal obesity and risk of preterm delivery. JAMA, 309, 2362–2370.PubMedCrossRef
Committee on Children With Disabilities (2001). Developmental surveillance and screening of infants and young children. Pediatrics, 108, 192–195.CrossRef
Cserjesi, R., Braeckel, K.N. van, Butcher, P.R., Kerstjens, J.M., Reijneveld, S.A., Bouma, Geuze, R.H. & Bos, A.F. (2012). Functioning of 7-yearold children born at 32–35 weeks’ gestational age. Pediatrics, 130, 838–846.CrossRef
Dimitriou, G., Fouzas, S., Georgakis, V., Vervenioti, A., Papadopoulos, V.G., Decavalas, G. & Mantagos, S. (2010). Determinants of morbidity in late preterm infants. Early Human Development, 86, 587–591.PubMedCrossRef
Glascoe, F.P. (2005). Screening for developmental and behavioral problems. Mental Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews, 11, 173–179.PubMedCrossRef
Hintz, S.R., Kendrick, D.E., Vohr B.R., Kenneth Poole W. & Higgins R.D.; NICHD Neonatal Research Network (2006). Gender differences in neurodevelopmental outcomes among extremely preterm, extremelylow-birthweight infants. Acta Paediatrica, 95, 1239–1248.PubMedCrossRef
Squires, S., Bricker, D. & Potter, L. (1999). Ages and Stages Questionnaires User’s Guide. 2nd edition. Baltimore: Paul Brookes Publishing.
Jain, L. (2008). School outcome in late preterm infants: A cause for concern. The Journal of Pediatrics, 153, 5–6.PubMedCrossRef
Kerstjens, J.M., Bos, A.F., Vergert, E. M.J. ten, Meer, G. de, Butcher, P.R. & Reijneveld, S.A. (2009). Support for the global feasibility of the Ages and Stages Questionnaire as developmental screener. Early Human Development, 85, 443–447.PubMedCrossRef
Kerstjens, J.M., Winter A.F. de, Bocca-Tjeertes, I.F., Vergert, E. M.J. ten, Reijneveld, S.A. & Bos, A. F. (2011). Developmental delay in moderately preterm-born children at school-entry. Journal of Pediatrics, 159, 92–98.PubMedCrossRef
Kerstjens, J.M., Bocca-Tjeertes, I.F., Winter, A.F. de, Reijneveld, S.A. & Bos, A.F. (2012). Neonatal morbidities and developmental delay in moderately preterm-born children. Pediatrics, 130, e265-e272.PubMedCrossRef
Kerstjens, J.M., Winter, A.F. de, Bocca-Tjeertes, I.F., Bos, A.F. & Reijneveld, S.A. (2012). Risk of developmental delay increases exponentially as gestational age of preterm infants decreases: A cohort study at age 4 years. Developmental Medicine & Child Neurology, 54, 1096–1101.CrossRef
Kerstjens, J.M., Winter, A.F. de, Sollie, K.M., Bocca-Tjeertes, I.F., Bos, A.F., Potijk M.R., Reijneveld, S.A. & Bos. A.F. (2012). Maternal and pregnancy-related factors associated with developmental delay in moderately preterm-born children. Obstetrics & Gynecology, 121, 727–733.CrossRef
Kinney, H.C. (2006). The near-term (late preterm) human brain and risk for periventricular leukomalacia: A review. Seminars in Perinatology, 30, 2, 81–88.PubMedCrossRef
Odd D.E., Emond, A. & Whitelaw, A. (2012). Long-term cognitive outcomes of infants born moderately and late preterm. Developmental Medicine & Child Neurology, 54, 704–709.CrossRef
Shapiro Mendoza, C. & Lackritz, E. (2012). Epidemiology of late and moderate preterm birth. Seminars in Fetal and Neonatal Medicine. doi:10.1016/j.siny.2012.01.007
Strauss, R.S. (2000). Adult functional outcome of those born small for gestational age: Twenty-six-year follow-up of the 1970 British birth cohort. JAMA, 283, 625–632.PubMedCrossRef
Teune, M., Wassenaer A.G., Dommelen, P. van, Mol, B.W. & Opmeer, B.C; POPS –19 Collaborative Study Group (2011). Perinatal risk indicators for long-term neurological morbidity among preterm neonates. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 204, e1–14.PubMedCrossRef
Tozuka, Y., Kumon, M., Wada, E., Onodera, M., Mochizuki, H. & Wada, K. (2010). Maternal obesity impairs hippocampal BDNF production and spatial learning performance in young mouse offspring. Neurochemistry International, 57, 235–247.PubMedCrossRef
Volpe, J.J. (2009). Brain injury in premature infants: A complex amalgam of destructive and developmental disturbances. The Lancet Neurology, 8, 1, 110–124. doi:10.1016/S1474–4422(08)70294–1CrossRef
Metagegevens
Titel
Ontwikkelingsrisico’s van ‘matig te vroeg’ geboren kinderen
Auteurs
Mw. dr. Jorien Kerstjens
prof. dr. Symen Reijneveld
mw. dr. Andrea De Winter
prof. dr. Arend Bos
Publicatiedatum
01-10-2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Neuropraxis / Uitgave 5/2013
Print ISSN: 1387-5817
Elektronisch ISSN: 1876-5785
DOI
https://doi.org/10.1007/s12474-013-0026-8

Andere artikelen Uitgave 5/2013

Het signaleren van simulanten in de neuropsychologische praktijk

  • Artikelen

Behandelingen voor genetische neurocognitieve aandoeningen

  • Artikelen

Test Your Memory-test: een mogelijk alternatief voor de MMSE1

  • Artikelen

Signalement

  • Signalement

Woorden vooraf

  • Woorden vooraf