Sinds de inwerkingtreding van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (nu de Wet Publieke Gezondheid) heeft de inspectie herhaaldelijk aandacht besteed aan de werking van deze wet.1,2 Mede op basis van aanbevelingen van de inspectie is de afgelopen jaren een kwaliteitsslag gemaakt die bijdraagt aan een steeds effectievere publieke gezondheidszorg in ons land. Zo heeft de regering opnieuw de ambitie uitgesproken de sociaal economische gezondheidsverschillen te willen verminderen.3 Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in 2006 de Preventienota gepubliceerd waarin ze bevordering van gezond gedrag als