In plaats van een artikel over ‘beleid’ plaatsen wij hier vier notities die de kloof tussen de reguliere hulpverlening en justitie illustreren. Er zijn veel raakvlakken tussen de twee werelden. Wij beperken ons tot twee onderwerpen: wetenschappelijk onderzoek en behandelfilosofie. Justitie predikt het principe van ‘evidence based’ werken. Maar het paradepaardje onder de methoden voor bepaling van de ‘evidence’ (bewijskracht) in medische en psychologische kring - de ‘randomized controlled trial’ (RCT) - heeft in justitieland nog weinig aanhang gekregen. Er worden bezwaren opgeworpen die in andere vakgebieden ethisch en juridisch (door ethische toetsingscommissies), theoretisch en feitelijk allang zijn weerlegd. In justitieland is nog een lange weg van bekering en opleiding te gaan, maar er kan worden aangesloten bij de expertise en opleidingsmogelijkheden die inmiddels in de gezondheidswetenschappen zijn opgebouwd. Marianne van Ooyen-Houben breekt een lans voor de RCT, zonder de methode heilig te verklaren.
Het grootste verschil tussen de twee werelden ligt in de kijk op behandeling. In de ogen van justitie moet behandeling effect sorteren zonder misstappen. De persoon mag niet wankelen, want dan dreigt er straf. Behandelaars zien aarzeling en terugval eerder als positief. Wie niet wil veranderen, zal nooit wankelen. Dit is een grote kloof tussen de twee werelden, die moet worden overbrugd. Martien Philipse beschrijft het bedoelde spanningsveld voor volwassenen in de tbs, Kees Mos sluit daarbij naadloos aan met kanttekeningen bij de gedragsbeïnvloedende maatregel voor jongeren. De hulpverlening wil veranderen, justitie wil beheersen. Loek Dijkman laat met een knipoog zien hoe de beheersingsstrategie in de praktijk gestalte krijgt.