Artrose staat op de negende plaats in de top tien van ziekten met de grootste ziektelast (DALY’s) en is de enige aandoening aan het bewegingsapparaat in de top tien. Op de eerste plaats staan coronaire hartziekten en op de tiende plaats dementie. Deze topnotering voor artrose komt niet door het aantal verloren levensjaren, maar door het grote aantal personen met deze aandoening inclusief de bijbehorende afname van kwaliteit van leven.1 Het RIVM stelt dat door demografische ontwikkelingen de verwachting is dat het absolute aantal personen met artrose tussen 2000 en 2020 met 38% zal stijgen.2 Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten concludeerde dat de arbeidsgerelateerdheid van artrose van knie en heup voor uitval uit en terugkeer naar werk in het komende decennium steeds belangrijker wordt.3 Dit komt onder andere doordat werknemers op latere leeftijd stoppen met werken, de verwachte toename van overgewicht en de aanwezigheid van risicofactoren in het werk voor deze aandoeningen. Om de mate van arbeidsgerelateerdheid van deze aandoeningen op een systematische manier te bepalen, zijn registratierichtlijnen voor artrose van de knie en de heup ontwikkeld.