Psychische klachten vormen een belangrijke oorzaak van arbeidsongeschiktheid. In tegenstelling tot een psychische stoornis voldoen karaktertrekken die worden aangeduid met het begrip ‘zo zijn’ niet aan het arbeidsongeschiktheidscriterium. Een onderscheid tussen die twee begrippen is daarom belangrijk.
Doel van dit onderzoek is daarom om een beoordelingsmethode te ontwikkelen voor verzekeringsartsen om een onderscheid te kunnen maken tussen een stoornis en ‘zo zijn’. Dit gebeurt aan de hand van het voorbeeld borderline-persoonlijkheidsstoornis. Aan de hand van literatuur en gesprekken met deskundigen is een ontwerp gemaakt. Met de Delphi-methode is dit ontwerp ter beoordeling voorgelegd aan 20 verzekeringsartsen met verschillende achtergrond. Na twee beoordelingsronden was het resultaat een stapsgewijze methode om in vijf stappen karaktertrekken en stoornis te scheiden. Dit gebeurt als volgt: Eerst wordt het risico op een persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Dan wordt een psychische stoornis uitgesloten door middel van de afwezigheid van een as-I-diagnose. Vervolgens wordt een persoonlijkheidsstoornis overwogen. Dan wordt beoordeeld of er sprake is van surmenage en bij exclusie blijft uiteindelijk ‘zo zijn’ over.