Inwendige cardioverterdefribillatoren (ICD'S) worden in toenemende mate toegepast om levensbedreigende (ventriculaire) ritmestoornissen te behandelen. Hoewel hartfalen gewoonlijk een aandoening is bij ouderen die vaak meer medische problemen hebben, ontstaat een dilemma wanneer bij patiënten die al een ICD bezitten, een andere terminale ziekte optreedt. Daarom in dit artikel aandacht voor ICD's in de palliatieve fase en overwegingen om ‘pacemakers’(gedeeltelijk) op ‘uit’ te zetten in de laatste fase van het leven.