Introductie
Er is weinig bekend over transurethrale resecties (TUR) voor niet-spierinvasieve blaascarcinomen (NMIBC) in niet-academische ziekenhuizen. Daarom is analyse van TUR bij NMIBC in een niet-academisch centrum van belang.
Methode
Patiënten met primair NMIBC, in de periode 2000-2010, zijn retrospectief geïncludeerd. Het diagnostisch en therapeutisch proces is geanalyseerd en vergeleken met de EORTC-risicotabellen.
Resultaten
In totaal werd bij 506 patiënten een primaire TUR-blaas uitgevoerd. Bij 95 (19%) patiënten bleek de primaire tumor reeds te zijn doorgegroeid tot in de detrusorspier. Bij vijf (1%) patiënten was er enkel sprake van carcinoom in situ (CIS) en bij twee patiënten was de stadiëring onduidelijk. 404 patiënten werden gediagnosticeerd met NMIBC: 71% pTa en 29% pT1. Het recidiefpercentage was niet afhankelijk van de operateur, post-TUR MMC, detrusorweefsel in het resectiepreparaat of de wachttijd. In ons cohort waren de recidiefpercentages na 1 jaar voor de EORTC-risicogroepen 0, 1-4 en 5-9 respectievelijk 14%, 19% en 16%, een significant lager recidiefpercentage voor de risicogroepen 1-4 en 5-9 in vergelijking met EORTC-recidiefpercentages.
Conclusie
Het recidiefpercentage in ons cohort was niet afhankelijk van de TUR-uitvoerende uroloog, post-TUR MMC, detrusorweefsel in het resectiepreparaat of de wachttijd. Ons recidiefpercentage na 1 jaar in de intermediaire EORTCrisicogroep was significant lager dan in de EORTC-risicotabellen.