Het Klüver-Bucy syndroom is zeldzaam, omdat er massale dubbelzijdige voorste temporale laesies voor nodig zijn. Het theoretische belang van het syndroom is groot, omdat het een licht werpt op het mechanisme van de temporale persoonlijkheidsverandering. Een rechtshandige patiënt wordt besproken met aanvankelijk een volledig Klüver-Bucy-syndroom na een herpes simplex encefalitis, die tot grote holten voorin de beide temporaalkwabben had geleid. Na drie maanden waren twee kernsymptomen van het syndroom, het eten van oneetbare substanties en de ontremde seksualiteit, verdwenen. Waarschijnlijk kwam dit door de onvolledigheid van de laesie aan de linkerzijde. Er resteerde evenwel een ernstige permanente persoonlijkheidsverandering. Er worden argumenten genoemd voor een centrale rol hierbij van een gestoorde invoer van sensorische en emotionele informatie naar de fronto-basale cortex