Dit artikel wil een bijdrage leveren aan het debat over de (toekomst van) de jeugdzorg door het begrip finalisatie te introduceren. Dat gebeurt aan de hand van enkele uitkomsten uit een kwalitatief onderzoek binnen een Brabantse jeugdhulpinstelling. De auteurs werken het begrip finaliseren uit aan de hand van Aristotelische opvattingen dat sociale instituties een inherent doeleinde hebben. De fundamentele vraag ‘waar het in de jeugdzorg uiteindelijk om te doen is’ komt ten tonele als een kritische uitnodiging om, in weerwil van actuele en dominante discoursen, op een andere manier naar het werk te kijken. De Brabantse praktijk van jeugdzorgaanbieder Bijzonder Jeugdwerk verschijnt als een voorbeeld waaruit blijkt dat het ook daadwerkelijk realiseerbaar is.