Vanaf de introductie door Land van de eerste uit veldspaatporselein vervaardigde kroon, is de vraag naar niet-metalen en biocompatibele materialen toegenomen. In 1956 legde McLean de grondslag voor het toevoegen van aluminiumoxide aan veldspaatporselein om de mechanische en fysische eigenschappen te verbeteren. De klinische tekortkomingen van deze materialen, zoals de brosheid, het zich uitbreiden van barsten, de geringe treksterkte en de slijtweerstand alsmede een matige randaansluiting, bleven hun toepassing beperken.