Acromegalie komt meestal tussen het 40e en 60e levensjaar tot uiting, waarbij onder andere veranderingen in het gebit en het aangezicht optreden. Deze veranderingen vinden geleidelijk plaats, waardoor de patiënt en zijn/haar familieleden deze vaak niet opmerken. Een tandarts ziet zijn patiënten gewoonlijk elk halfjaar ter controle, waardoor deze veranderingen voor de tandarts waarschijnlijk meer zullen opvallen. In de wetenschappelijke literatuur zijn dan ook verschillende patiënten beschreven bij wie de tandarts als eerste zorgverlener acromegalie herkende.