Ingegeven door een verwacht capaciteitstekort in de zorg worden de laatste jaren verpleegkundigen en andere HBO opgeleide gezondheidswerkers gestimuleerd om taken van artsen over te nemen. In dit kader zijn in Nederland twee nieuwe typen professionals opgeleid: de Nurse Practitioner (NP) en de Physician Assistant (PA). Bij de introductie van deze nieuwe professionals werd verondersteld dat zij door overname van artsentaken een bijdrage kunnen leveren aan de continuïteit en de kwaliteit van de zorg. In dit artikel wordt beschreven hoe betrokkenen (hulpverleners en patiënten) de bijdragen van de NP en de PA aan de zorg voor borstkankerpatiënten ervaren. Op basis hiervan worden, aan de hand van vooraf vastgestelde best practice criteria en landelijke richtlijnen, uitspraken gedaan over de best mogelijke werkwijze.