In dit hoofdstuk worden gespreksmodellen aangereikt die gebaseerd zijn op de biopsychosociale benadering. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het gezondheidsfunctioneren in plaats van de klachten. Het perspectief wordt daarmee verschoven van het pathogenetisch denken naar het salutogenetisch denken. Door deze benadering wordt de patiënt expliciet betrokken in de besluitvorming rond de behandeling. Je leert hier hoe je het gesprek over de gezondheid kunt voeren aan de hand van diverse modellen. Het gaat daarbij om het beschrijven van het functioneren met behulp van de ICF, het model van positieve gezondheid, het leefstijlgesprek en het copingprocesmodel.