De puberteit is een belangrijke periode gedurende de ontwikkeling die wordt gekenmerkt door een sterke toename in geslachtshormonen. Studies die gebruikmaken van beeldvormingtechnieken, zoals MRI, rapporteren veelvuldig dat de hersenen van gezonde kinderen in de puberteit anatomische veranderingen ondergaan. Het proces van anatomische reorganisatie in de puberteit zou kunnen wijzen op het ‘fine-tunen’ van neuronale netwerken. Deze bewering wordt gesterkt door dierexperimenteel onderzoek, waaruit blijkt dat geslachtshormonen een directe invloed hebben op de vertakking van dendrieten (‘grijze stof’) en de vorming van myeline om axonen (‘witte stof’). Een belangrijke vraag die nu rijst is in hoeverre puberteitshormonen bijdragen aan hersenontwikkeling bij mensen. Dit artikel bespreekt de mogelijke evidentie voor de rol die geslachtshormonen spelen bij de ontwikkeling van grijze en witte stof. We kunnen concluderen dat individuele verschillen in de modulatie van geslachtshormonen op de organisatie van de hersenen aanknopingspunten geven om typisch gedrag in de puberteit te verklaren, zoals verhoogde gevoeligheid voor beloningen, risicogedrag en cognitieve flexibiliteit.