De meest voorkomende klepvitia zijn de aortaklepstenose, aortaklepinsufficiëntie en de mitralisklepinsufficiëntie. Klepafwijkingen kunnen zowel acuut als chronisch voorkomen. In de praktijk presenteren patiënten met de chronische vormen zich vaak met dyspneuklachten, al dan niet inspanningsgebonden, en angina pectoris. De acute klepvitia presenteren zich vaak met shock. Bij lichamelijk onderzoek let men vooral op geruisen over het hart en tekenen van ernstig kleplijden, zoals hartfalen. Het elektrocardiogram kan daarbij ondersteunen. Het onderzoek bij uitstek voor het vaststellen van (de ernst) van klepvitia is echocardiografie. Naast medicamenteuze therapie is chirurgische interventie de belangrijkste behandeling van ernstig kleplijden.
De antwoorden op de vragen bij de volgende casussen vindt u aan het eind van het artikel.