Typisch voor Nederland - en dat zien buitenlanders veel scherper dan wijzelf - is dat alles mag tenzij het verboden is. Maar daar hoort nog wat bij: iets wordt meestal pas verboden als het verbod ook kan worden gehandhaafd. Deze laatste regel wordt de laatste jaren steeds vaker naar voren geschoven als argument om van een verbod af te zien. De overheid heeft zichzelf in de tang genomen: ze wil het liefst alleen nog iets doen als een vooraf gesteld resultaat (minder van dit of meer van dat) na verloop van tijd daadwerkelijk wordt behaald. Klinkt voor ons heel logisch. Maar in veel andere landen trekken ze zich daar niets van aan; daar wordt verboden dat het een lieve lust is. Iedereen daar weet echter dat als je het heimelijk doet, er toch veel kan. Bij ons werkt dat niet.