Epidemiologische onderzoeken tonen een verband aan tussen niet-infectieuze ziekten op volwassen leeftijd en de kwaliteit van de groei voor en na de geboorte. Bij volwassenen is een omgekeerde relatie tussen laag geboortegewicht en systolische bloeddruk gevonden, maar ook de kans op andere cardiovasculaire aandoeningen blijkt verhoogd te zijn na prenatale groeiretardatie. De vraag welke factor tijdens de zwangerschap verantwoordelijk is voor de ‘foetale programmering’, hebben de onderzoeken vooralsnog niet kunnen beantwoorden. Om het mechanisme op te helderen, wordt in interventieonderzoek gebruikgemaakt van diermodellen als ratten, cavia's, lammeren en kippenembryo's. Dat het mogelijk is om bij deze dieren intra-uteriene groeiretardatie te induceren door de beschikbaarheid van nutriënten en/of zuurstof te verlagen, suggereert dat verschillende factoren bij het proces van foetale programmering betrokken zijn. Prenataal ingezette veranderingen in de expressie van groeifactoren, corticosteroïdenconcentraties, aantallen glomeruli, elasticiteit van bloedvaten en arteriële bezenuwing zouden, indien permanent van aard, kunnen leiden tot cardiovasculaire aandoeningen. Slechts wanneer meer bekend is over het mechanisme van foetale programmering, kan in de kliniek een strategie voor behandeling en preventie worden ontwikkeld.