Aandacht hebben voor het gevoelsleven van een patiënt vraagt een bepaalde houding. Het is de overgang van een technische naar een meer menselijke houding. Aandacht voor spiritualiteit wordt steeds meer erkend in de zorg. Dit geldt zeker voor zorg in de laatste fase van het leven. Deze overgang is voor verpleegkundigen niet altijd makkelijk toe te passen, omdat een duidelijk kader hiervoor nog ontbreekt. Deze studie beschrijft hoe verpleegkundigen spiritualiteit definiëren en spirituele zorg meenemen in hun zorg voor palliatieve patiënten in het ziekenhuis. De ondervraagde verpleegkundigen werken op een acute-opname-afdeling van een regionaal ziekenhuis in Australië. Zij werden door middel van een advertentie benaderd, daarop reageerden zestien verpleegkundigen. In de eerste fase van de studie kregen zij een vragenlijst. Hierin werd onderzocht hoe zij zichzelf zagen wat betreft omgang met spiritualiteit, bijvoorbeeld hoe goed zij zichzelf vonden in het bieden van spirituele steun aan patiënten in de terminale fase. In de tweede fase werden zij uitgenodigd om hun antwoorden toe te lichten in een groepsinterview, zodat duidelijk zou worden hoe spiritualiteit ingebed is in de dagelijkse praktijk.