Vijftien jaar geleden zijn meneer en mevrouw Anakian, een echtpaar van middelbare leeftijd, gevlucht uit Armenië. Meneer Anakian, afkomstig uit een etnische minderheidsgroep in Armenië, werd gemarteld door de politie. Hun enige zoon was al eerder in krijgsgevangenschap in Azerbeidzjan gestorven. In Nederland dient het echtpaar een asielverzoek in. Na een jarenlange procedure wordt het verzoek afgewezen: volgens de Armeense regering zijn etnische minderheden in het land veilig. Het echtpaar besluit een tweede aanvraag in te dienen. Ze mogen de uitslag hiervan in Nederland afwachten, maar hebben geen recht op opvang meer en zijn onverzekerd tegen ziektekosten. In deze tijd gaat de gezondheid van meneer Anakian erg achteruit. Via een vrijwilligersorganisatie die zorgt voor opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers komt hij in contact met een huisarts.