Dopinggevallen worden vaak breed uitgemeten in de media. Vaak gaat het om professionele sporters, maar ook in de huisartsenpraktijk kan het onderwerp aan de orde komen. Soms is het een (aankomende) nationale topsporter die in aanmerking komt voor dopingcontroles, maar de kans is aanzienlijk groter dat het een recreatieve sporter is die in een fitnesscentrum traint en die de eigen prestatie wil ‘ondersteunen’ met specifieke medicatie. De eerste groep omvat in Nederland naar schatting ruim 20.000 sporters; de tweede groep ongeveer 164.000 sporters.