Mensen met een chronische ziekte of handicap lopen het risico om gediscrimineerd te worden op de arbeidsmarkt. Bedrijfs- en verzekeringsartsen kunnen met deze ongewenste en verboden discriminatie van hun cliënten geconfronteerd worden, maar ook kunnen zij zich hier zelf schuldig aan maken. Het is dan ook goed om in dit tijdschrift aandacht te besteden aan de oordelen die de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) hierover heeft uitgebracht. Zoals wij zullen zien, raakt het werk van de CGB voor een deel dat van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA). In dit artikel worden eerst drie oordelen van de CGB gesignaleerd die gaan over discriminatie van werknemers met een chronische ziekte of handicap, daarna wordt ingegaan op de wettelijke achtergronden van het discriminatieverbod en tot slot zal aandacht besteed worden aan de CGB zelf.