In de vorige aflevering van Wetenschap in een notendop zagen we dat het nut van een test afhankelijk is van de kans op ziekte en van de eigenschappen van de test. Wat de kans op ziekte bepaalt, zijn de eigenschappen van de patiënt: jong of oud, klachten of niet, bevolkingsgroep enzovoort. Kennis over die kans op ziekte halen we uit epidemiologisch onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek naar testeigenschappen (zie kader 1) bestaat in het algemeen uit een transversaal (dwarsdoorsnede-) onderzoek, waarin onderzoekers twee tests met elkaar vergelijken.