Onder inhalatieallergieën verstaat men allergisch astma en allergische rinoconjunctivitis. Van de vele beschikbare diagnostische hulpmiddelen heeft de huisarts er slechts een beperkt aantal nodig. De anamnese kan beperkt worden tot een paar vragen. Alleen als vervolgens het vermijden van allergenen mogelijk en zinvol wordt geacht, is aanvullend onderzoek nodig. Daarbij kan de huisarts kiezen tussenrast’s of huidpriktests. De betrouwbaarheid van deze tests is, mits goed uitgevoerd en geïnterpreteerd, vergelijkbaar. Het probleem van huidtests is dat de betrouwbaarheid snel in het geding kan komen. Daarom wordt de voorkeur gegeven aanrast’s. Deze bijdrage wordt afgesloten met een eenvoudig diagnostisch beleid.