Bij een groep van 100 voldragen pasgeborenen met perinatale asfyxie werd de rol van kernspinresonantie (mri) bij het voorspellen van de latere psychomotorische ontwikkeling geëvalueerd. Bij alle kinderen die in leven bleven, werd binnen 2 weken na de geboorte mri-onderzoek verricht. Bij een deel van de overleden kinderen werd geen mri, maar wel postmortaal onderzoek verricht. 73 Kinderen bleven in leven en werden ten minste 18 maanden poliklinisch gevolgd. 26 Kinderen ontwikkelden infantiele encefalopathie. Een normale mri (n = 20) ging altijd gepaard met een normale (vroege) ontwikkeling. Het risico op afwijkende ontwikkeling was het grootst wanneer er ernstige afwijkingen aanwezig waren in de basale kernen met een afwijkend signaal ter plaatse van het achterste been van de capsula interna. Cysteuze afwijkingen in de witte stof gingen ook met een slechte prognose gepaard. mri speelt een belangrijke rol bij de evaluatie van de voldragen pasgeborene met perinatale asfyxie.
