Met de aanstaande transitie van de jeugdzorg staan gemeenten voor de vraag hoe zij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en zorg voor de jeugd gaan organiseren. Beleggen zij die net als de provinciale overheden bij de instituties of is hierin net als in de Wmo en De Winters pedagogische civil society, een rol weggelegd voor de civil society?
In dit artikel verkennen wij de krachten en kwetsbaarheden van de civil society voor opgroeien en opvoeden. Daartoe beginnen de auteurs met uit te leggen wat het fenomeen civil society nu eigenlijk is, en vertalen zij dat naar de verantwoordelijkheid van de overheid voor het welbevinden en de zorg voor de jeugd.