Harms moeder had ook bij ons op school gezeten. Een lief meisje, zeiden de leerkrachten. Maar erg simpel, zelfs voor onze school. Lezen had ze nooit geleerd. Ze vond het fijn dat Harm ook bij ons op school mocht. Harms vader vond het maar niks eigenlijk, maar legde zich er wel bij neer. ‘Harm kan niet leren, dat heeft hij van mijn vrouw.’ Alles wat niet deugde aan Harm kwam van zijn vrouw. Later hadden wij wel eens de indruk dat het geweld dat Harm tegenover zijn moeder liet zien – hij gooide haar een keer de trap af en schold haar uit als ze geen snoep voor hem kocht – op z’n minst gedeeltelijk het nadoen van het gedrag van zijn vader was. Zijn vader was een agressieve man. Ook een onhandige man. Sommige dingen bedoelde hij wel goed, maar hij koos onhandige manieren om ze te uiten. Had niet door dat hij zijn vrouws gezag over Harm ondermijnde door steeds te vertellen dat ze niet kon lezen en schrijven en dat híj alles regelde. Door bondjes met zijn zoon te willen sluiten tegen vrouwen in het algemeen, zodat Harm vond dat hij ook niet hoefde te luisteren naar de juf op school.