Langzaam zakt de euforie over de transitie weg. Het besef dringt bij gemeenten door dat zij ook verantwoordelijk worden voor de al decennia niet te stoppen groei van vraag naar jeugdzorg. Dat gaat gemeenten de komende jaren heel veel geld kosten, geld dat zij in onvoldoende mate hebben.
Het komend echec kan gekeerd worden als de gemeenten in staat zijn de jeugdzorg basaal anders te organiseren. Dat wordt een uitdaging. Krijgen de gemeenten de komende jaren voor elkaar wat hun politieke voorgangers de afgelopen zestig jaar niet is gelukt?
De vorming van een nieuw kabinet met een bijbehorend Regeerakkoord geeft nieuwe kansen voor een reflectie op de jeugdzorgtransitie. Was het op deze manier wel zo’n goed idee? Kan het ook anders? Lost de transitie de jeugdzorgproblemen op?
Hegel stelde dat de geschiedenis zich steeds herhaalt. Marx beaamde dit, maar verbeterde hem op een essentieel punt: historische gebeurtenissen vinden eerst plaats als tragedie, maar keren vervolgens terug als klucht (Zizek, 2011, p. 19). Kunnen gemeenten voorkomen dat dit de zoveelste beleidsklucht van de jeugdzorg wordt?