De diagnostische criteria van de DSM-IV vereisten een relatie in de tijd tussen psychologische factoren en het begin, of de verergering, van de symptomen. Dit criterium is niet meer vereist in de DSM-5. Een ander criterium, de symptomen zijn niet bewust tot stand gekomen (geen simulatie), is ook verlaten. Een nieuwe aanbeveling is te zoeken naar neurologische symptomen die de diagnose steunen.
Was bij het stellen van de diagnose conversiestoornis volgens de DSM-IV de expertise van neuroloog en psychiater vereist, met de DSM-5 is dit alleen nog die van de neuroloog. Het diagnostisch proces kan aanzienlijk worden verkort zonder de psychologische/psychiatrische expertises, wat voor bedrijfsartsen van belang is bij het bevorderen van terugkeer naar het werk. En voor verzekeringsartsen is van belang dat deze patiënten geen psychiatrische rapportage meer behoeven, nadat de neuroloog de diagnose heeft gesteld.