Het vergelijken van geaggregeerde uitkomsten met anderen – benchmarking – is al meerdere keren aan de orde gesteld. Het verdient een eigen hoofdstuk, omdat het echt een andere, en wederzijds aanvullende, activiteit is. Benchmarken is niet alleen iets voor beleidsmakers of het management, elke hulpverlener die goed of beter wil worden in het vak, zou moeten weten wat benchmarking is, hoe je ervan profiteert, en belangrijker: hoe je cliënten er uiteindelijk van profiteren. Wat is benchmarken nu precies en wanneer zijn uitkomsten eigenlijk goed te vergelijken? Hoe zit het met de representativiteit en validiteit? Er is veel kritiek op het benchmarken zoals dat nu in Nederland geregeld is; er worden verschillende acties ondernomen om veranderingen aan te brengen. Waarop is die kritiek precies gericht?