Men moet zuinig omspringen met de organisaties en de raden die op landelijk en op lokaal vlak de belangen van de ouderen formuleren. Ze zijn onmisbaar. Maar hun kracht is niet oneindig. Zij kunnen – zeker op lokaal vlak – niet altijd actief tussenbeide komen op alle domeinen waarop informatie nodig is over de meningen, de verwachtingen en de ervaringen van ouderen: de diverse sociale uitkeringen, mobiliteit, wonen, cultuur, de inrichting van het openbaar domein, gezondheidsvoorzieningen, fiscaliteit … En dit wordt hoe langer hoe meer wel van hen verwacht.