‘Zou het een opluchting zij als hij overlijdt?’ ‘In zekere zin wel, ja. Ook omdat ik bang ben dat hem nog een vreselijke periode wacht. Het valt niet mee wat er komt, daar ben ik wel zeker van.’ ‘Wat betekent het voor u, als hij overlijdt?’ ‘Ik denk dat ik net zo hard rouw als toen ik constateerde dat hij eigenlijk niet meer bestond. Ik verwacht eigenlijk, ik bereid me erop voor, dat ik dat nog een keer ga meemaken. Hij is mijn man. En dat blijft hij, tot de dag van zijn dood.’ (Uit: ‘Gegijzeld door een ziekte; interview met Heleen Dupuis’, Volkskrant Magazine, 26 mei 2007)