In situaties waarin sprake is van begeleiding of van therapie gaat het bijna altijd ook om een leersituatie. Bij de oefentherapeutische disciplines Cesar en Mensendieck is dit zelfs expliciet uitgangspunt van handelen. Het leren is hierbij gericht op het aanleren van (nieuwe) bewegingen of houdingen, met als doel een gezonder bewegingsgedrag voor de patiënt/cliënt. Oefentherapie en het leerproces dat daarbij plaatsvindt, is aan een aantal didactische en methodische regels onderhevig (zie ook hoofdstuk 10). Training als zodanig is ook op te vatten als een leerproces, waarbij het zwaartepunt niet primair ligt op het (nieuw) aan- of herleren van bewegingen, maar meer gericht is op het vergroten en uitbreiden van de reeds aanwezige capaciteiten of verworven bewegingsmogelijkheden naar een hoger belastingsniveau. ‘Trainen’ onderscheidt zich hierdoor duidelijk van ‘oefenen’, hoewel aan vrijwel iedere trainingsvorm eerst een oefentraject voorafgaat. Het trainingstraject kent eveneens een aantal regels en principes.