De Nederlandse strafrechtspraak dankt haar reputatie van redelijkheid en humaniteit aan het verlichte denken van de strafrechtswetenschap. Zij berust op een mensbeeld dat volgens de Utrechtse hoogleraar in de forensische psychiatrie Antoine Mooij wordt bepaald door begrippen als ‘subject’, ‘verantwoordelijkheid’, ‘vrijheid’, ‘verwijtbaarheid’ en ‘schuld’. Dit mensbeeld heeft zijn wortels in een ‘morele traditie, die moreel heet omdat zij de trefwoorden aanreikt waarmee mensen hun handelen en beleven onder woorden brengen om dit te kunnen beoordelen’ (p. 21).