In dit hoofdstuk bespreken we het zelfbelevingspatroon. Verschillende lichamelijke en psychische factoren bepalen het niveau van zelfbeleving. Het zelfbelevingspatroon geeft informatie over de manier waarop iemand zichzelf ziet en ervaart. De ideeën over de eigen persoon staan hierbij centraal, naast de beleving van de persoonlijke mogelijkheden. Deze persoonlijke mogelijkheden bestaan uit een kennisaspect (cognitie), een gevoelsaspect (affectie) en een lichamelijk aspect. De mate waarin een persoon zijn persoonlijke mogelijkheden ervaart is van grote invloed op het zelfbeeld, de identiteit en het gevoel van eigenwaarde en het algehele patroon van emoties.