De afdeling, het gebouw of de ruimte waarin een zorgprofessional werkt, is feitelijk de fysieke werkomgeving. Binnen het MOTTO-model is dit de interne omgeving genoemd. Hoe de interne werkomgeving kan bijdragen aan veilige zorg, is beschreven in hoofdstuk 7. Daarnaast heeft de zorgprofessional te maken met een heleboel wetten, regels en normen, en niet op de laatste plaats betrokkenheid van de patiënt zelf. Dit heet de externe omgeving. Dit hoofdstuk gaat in op de externe omgeving (zie figuur 8.1) en de invloed die deze heeft op de patiëntveiligheid. Door inzicht hierin te krijgen ontstaan er mogelijkheden de eigen zorgomgeving te verbeteren.