Bij het uitgaan heeft een jongeman te veel gedronken. In zijn dronken bui slaat hij een paar glazen van tafel en haalt zijn handen open aan de scherven. Zijn eveneens beschonken vriend brengt hem naar de Spoedeisende Hulp, waar ze opgevangen worden door een assistente. Zij noteert gegevens en verzoekt de mannen in de wachtruimte plaats te nemen. De gewonde man heeft pijn aan zijn handen en het wachten duurt hem te lang. Als een verpleegkundige de wachtruimte binnenkomt om een andere patiënt te halen, begint de gewonde man te schreeuwen dat hij aan de beurt is, want ‘ik bloed als een rund en straks ben ik dood’. De verpleegkundige probeert de man te kalmeren door hem zachtjes naar zijn stoel te begeleiden. De man schreeuwt dat de verpleegkundige een hufter is die maar een ander vak moet gaan leren.