Pijn ontstaat bij prikkeling van de nocisensoren (pijnsensoren), onbedekte uiteinden van zenuwbanen die overal door het lichaam lopen. Zij reageren op allerlei verschillende pijnstimuli, waaronder verhoogde druk op het weefsel, extreme warmte of koude en irriterende stoffen. In ieder geval hebben al deze pijnstimuli één ding gemeen: weefselschade. Weefselschade is dus de universele pijnprikkel. Overal waar weefsel in het lichaam wordt beschadigd, wordt de stof bradykinine gevormd. Bradykinine zet het ontstekingsproces (nodig voor herstel) in gang. Bovendien vergroot bradykinine, samen met de zogenaamde ontstekingsmediatoren zoals prostaglandinen, de gevoeligheid van de nocisensoren.