De leertheorieën vallen in het kader van een denkrichting die traditioneel met de term behaviorisme (ofwel behaviourisme) wordt aangeduid. De twee pioniers van de leertheorie zijn Watson en Skinner. Vooral Watson wordt de vader van het behaviorisme genoemd, met zijn Declaration of behaviorismin 1913. Hij moest het hebben van radicale stellingnamen. Hij begon zijn studies met kinderen, waaronder zijn beroemdste experiment met ‘kleine Albert’ in 1918. Tien jaar later publiceerde hij een boek over opvoedingsprincipes, Psychological care of infant and child dat zeer populair werd in de jaren dertig. Het basisidee in dit werk was dat ouders de conditioneringmechanismen in het opvoedingsproces efficiënt dienen te gebruiken. Skinner is ongetwijfeld de meest bekende behaviorist met zijn ontdekking van operante-conditioneringmechanismen. De leerprincipes van belonen en bestraffen werden toegepast op opvoeding, onderwijs en therapie.