Op 28 augustus jl. is mijn vader overleden, op 86-jarige leeftijd. De laatste tien jaar van zijn leven had hij de ziekte van Alzheimer. Vier jaar geleden woonde hij nog bij mijn moeder thuis. Als ik tegenover mijn vader zat, vroeg ik me af wat er nog van hem over was. En hoe zag hij mij? Ik moest er vaak naar raden. De woorden die mijn vader niet meer kon vinden, wilde ik proberen te vinden. En toen mijn moeder vertelde over een voorval dat thuis had plaatsgevonden, heb ik dat gebruikt. Ik ben in mijn vaders huid gekropen in de hoop zijn worsteling van toen, én die van mijn moeder, recht te doen.