Pijngedachten zijn er in allerlei geuren, kleuren en formaten: gedachten die eindeloos pijn analyseren, gedachten die zeggen dat je de pijn links moet laten liggen, gedachten die zeggen dat pijn een verschrikkelijke ramp is en ga zo maar door. Sommige pijngedachten staan prominent vooraan in de etalage van je geest en andere staan op een plekje achterin. Met veel van die gedachten hoeven we verder niets. Ze gaan en ze komen en het is voldoende te constateren ‘daar is er weer zo een’. De vraag waar het steeds om draait is:
Helpt een gedachte mij te leven in de richting van mijn levenswaarden?
Of stuurt deze gedachte mij een doodlopend straatje in (zoals de gedachte ‘het is toch hopeloos’)? Je kunt het vergelijken met winkelen in de supermarkt. Als je wilt thuiskomen met een product dat echt een zinvolle bijdrage is aan je huishouden moet je goed in gedachten houden: niet alles wat ze daar aanbieden heb ik nodig! Soms lijkt het ter plekke ineens of je chocopasta hard nodig hebt, terwijl thuis nog nooit is gebleken dat chocopasta een bijdrage levert aan een gezond en prettig leven. Maar nu deze chocopasta prominent in de winkel staat opgesteld met reuze reclameborden over hoe gezond, goedkoop en gemakkelijk smeerbaar hij is, lijkt het ineens of je hem niet mag missen. Als je alles gelooft wat de reclames suggereren en wat de winkelier je zegt, kom je boodschappenwagentjes te kort.