Er bestaan uiteenlopende behandelingen van de PTSS. In dit hoofdstuk worden de behandelingen beschreven waarvan de werkzaamheid wetenschappelijk is aangetoond. Achtereenvolgens komen aan bod cognitieve gedragstherapie (CGT), ‘eye movement desensitization and reprocessing’ (EMDR), schrijftherapie en medicatie. Cognitieve gedragstherapie zal verder worden onderverdeeld in imaginaire exposure (te vertalen als: blootstelling in de verbeelding), exposure in vivo (te vertalen als: blootstelling in het echt) en cognitieve therapie (ook wel gedachtetraining genoemd.). Imaginaire exposure, EMDR en medicatie zijn opgenomen in de ‘Multidisciplinaire Richtlijn Angststoornissen’. Deze richtlijn is opgesteld door deskundigen op het gebied van de PTSS en andere angststoornissen. De richtlijn geeft aan welke behandelingen in eerste instantie het meest voor de hand liggen. Wees daarom kritisch als je een behandeling krijgt aangeboden die niet wordt beschreven in dit hoofdstuk of in de richtlijn, zeker als je voor het eerst wordt behandeld voor een PTSS.