‘Acht op tien studies naar effect jeugdtherapieën partijdig.’ Dat was de kop waarmee
de Volkskrant in de zomer van 2016 een van de onderzoeken uit mijn proefschrift samenvatte [
1]. Niet helemaal de kop die ik zou kiezen, maar dan had ik misschien ook maar niet moeten zeggen dat veel onderzoeken een ‘Wij van Wc-eend’-gehalte hadden. Het leverde me diverse boze reacties op, maar gelukkig ook veel inhoudelijke discussie. Want bijna iedere professional die ik over dit onderwerp spreek, beaamt wel mijn kernobservatie: eigenlijk alle interventieonderzoekers hebben naast hun belang om te toetsen of een bepaalde interventie al dan niet effectief is óók nog een ander belang. …